In de jaren tachtig verslond ik ze: de boeken van Jack Vance. Avontuurlijke tijdloze Science Fiction wat tegenwoordige ‘Fantasy’ heet. Nu reis ik in ’t echt, maar toen maakte ik -dankzij Jack Vance- de meest waanzinnige reizen in m’n hoofd. Nu de jaren ook bij mij gaan tellen dacht ik: herlezen voordat het te laat is…!
Het werd het tweede deel uit de Alastor serie: Wyst. ’n Mooi verhaal over een jongen (Jantiff Ravensroke) die op zoek gaat naar de zin van het leven. Wyst geschreven in 1978 is geen gedateerd boek. Jantiff is eigenlijk een ‘backpacker van nu’ in de stad Arrubus van de planeet Wyst. Werken (sloven) doen ze 13 uur per week (de rest wordt door machines gedaan), wat de mensen niet gelukkiger maakt. Iedereen is gelijk (egalisme), stelen (slempen) en vrije seks (copuleren) is normaal. Men eet synthetisch voedsel (wobbel). Natuurlijk eten (bonter) is zeldzaam en wordt zwart verhandeld. Geen onrealistisch toekomst komstbeeld, het kan zomaar bij ons gebeuren. Wyst en de andere boeken van Jack Vance blaken niet uit door een spannend verhaal, het zijn meer meesleepende vertellingen met komische dialogen. Bijvoorbeeld uit Wyst wanneer Jantiff op bontertocht gaat: ‘De mensen uit het dal zijn geen haar beter’ verklaarde Sunover, een meisje dat even lang was als Jantiff maar veel indrukwekkender in de breedte. ‘In het algemeen zijn ze dik en ze stinken en ik copuleer niet graag me ze’. ‘Je kunt toch gewoon wegrennen,’ zei Uwser. ‘Heb je dan geen fantasie’. ‘Eten, copuleren, wegrennen, de drie dynamische grootheden van Sunovers bestaan’. Ik weet nog goed het eerste boek dat ik van Vance las: De Tschai-cyclus, een vierluik (Een stad vol Chasch, Onder de Wankh, De Dirdir, De Pnume), dat gaat over Adam Reith die op de planeet Tschai strand. Hier onderneemt hij een avontuurlijke zwerftocht door een vijandige, met intelligente wezens bevolkte wereld. Daarna las ik de ‘Duivelprinsen-cyclus, over Kirth Gerssen die wraak neemt op de moordenaars van zijn familie.
Gisteren bezocht ik de boekenmarkt tijdens de Bloemendagen. Daar lag voor vijftig eurocent de klassieker van Vance: ‘De stervende aarde’. Dat boek heb ik nu in tweevoud: één om te koesteren en één om mee te nemen. Zo kan ik straks op trektocht ook weer in m’n hoofd gaan reizen!
Toch moet de SF even wachten, want momenteel lees ik: ‘Wakker!’ (levenslessen van een Apachepiloot) van Peter Gordijn: Aanrader!