Goed voorbereid zijn voor het EK roeifietsen is voor mij simpel. Lekker kilometers maken op dat prachtige rijdende fitness apparaat. Met een zonnige zomer kostte mij dat geen moeite. Lange trektochten door Nederland met kampeeruitrusting en ’s avonds met m’n roetsmaten uit de buurt op training. Dan tientallen tijdritjes met de bukfietsers, dat moet dus wel goed zitten.
Mooi niet dus! Hoewel het laatste EK een topweekend was qua sfeer en gezelligheid, waren mijn prestaties belabberd. Ik roetste geen deuk in een pakkie boter. Dat bleek nog niet bij de criterium. Door jaren wedstrijdervaring, weet ik als geen ander welk wiel te pakken: die van de tandem natuurlijk! Dank aan Rob Bakels en Alexander Strietzel, zij brachten me in het top-10 veld en ik eindigde op een mooie 11e plek. De sprint is nooit mijn ding: een 28e plaats. Op de zaterdag werd ook de 1-uurs tijdrit gereden. Tactisch startend achter Cor Schipper (hij is van mijn kaliber). Nou Cor was snel foetsie en anderen concurrenten inhalen zat er helaas niet in. Oei, ik finishte slechts als 22e, terwijl de tijdrit mijn beste onderdeel is. Zondag is de koninginnenrit: de 80 kilometer daar revancheer ik me, was mijn ijdele hoop….
Zondag ’s morgens nog even snel 2 nieuwe banden erop, want lek rijden gaat me niet gebeuren. Maar vanaf de start gaat het mis. Uiteraard is start snelheid pittig, ik mis bus 1 t/m 3. Oei zelfs de bus met Ingmar Zondervan, Beb Thijs en Ab Torsius is een maatje te groot. Wat is er aan de hand? Nog nooit heb ik meegemaakt dat mijn lichaam niet doet wat mijn hoofd wil. Gelukkig daar komt tourrijder Max Kok en pik aan. Met moeite kan ik in z’n zog blijven. Wat een lijdensweg. Bij het keerpunt stopt Max om wat te drinken en waarschijnlijk een appelpuntje te nuttigen. Ik als wedstrijdrijder roets door. Nu tegenwind, ik kom amper vooruit. Gelukkig is Max er even later en ik pik weer aan. Na 25 kilometer moet ik lossen Ongelooflijk wat is er toch aan de hand met me? Ik voel zoals Theo Homan z’n avontuur Parijs-Brest-Parijs beschreef en dat hij van vermoeidheid in de berm in slaap viel (dat leek me ook erg lekker) Bij een klimmetje van 3% zou ik eigenlijk willen lopen. Eindelijk ben ik terug op Neeltje Jans. Daar is Max weer, die er net een rondje op heeft zitten. Ik pik even aan, maar los weer snel. In het tweede rondje haalt Jaap Kramers me in en ik pak z’n zog. Jaap snapt er niks van, die Cor wat is er aan de hand? Helemaal uitgeput finish ik als 32e met weer een levenservaring rijker.
De les ik geleerd heb: je kan nog zo goed getraind hebben, maar zorg ervoor dat de tank gevuld blijft. Of zoals Ted Troost zegt: uit een leeg vat kan je niet tappen….