Meedoen met Cycle Vision heb ik vaak gedaan. Je meten in wedstrijden met andere ligfietsers, gekoppeld met een ligfietsenbeurs. Afgelopen weekend was ik er weer bij, niet zo zeer om de race maar meer om de reis.
Vijf en twintig jaar terug kreeg het ligfietsvirus me te pakken en deed met m’n M5 mee met Cycle Vision. De ligfiets wisselde ik later om in de roeifiets en menig wedstrijd volgde. Eerst op die saaie ovale testbaan in Lelystad. Het parcours werd veel leuker op de wielerbaan van Sloten en het circuit van Zandvaart. Hoogtepunt was de 3 kilometer ijsbaan van Flevonice in Biddinghuizen. De organisatie moest het jaar erop uitwijken naar de nabij gelegen 400 meter baan. Voor mij het laatste jaar dat ik aan Cycle Vision meedeed. Ik knapte af op doodsaaie rondjes rijden De verplaatsing later naar het verre Tilburg en Venray, was geen reden om opnieuw deel te nemen.
Oorzaak was ook mijn verminderende competitiedrang. Het EK-roeifietsen is gestopt, dus waarom nog wedstrijd rijden? De insteek was dit jaar dan ook, niet afzien met de wedstrijden, maar lekker op de basisconditie meerijden en genieten van de gezelligheid van het evenement.
Vrijdag stapte ik met roeifiets en Brigitte op de trein. Bestemming Eindhoven, waar Brigitte onze dochter Frea een paar dagjes ging helpen. Ik roets de laatste 45 kilometer naar Venray en kom ’s avonds aan bij de camping. Voor twee wedstrijden had ik me ingeschreven: zaterdag de 3 uur’s criterium en zondag de 1 uur’s tijdrit. Het roeifiets gehalte is helaas erg klein. Zaterdag zijn Derk en de tandem met Alexander en Rob m’n enige concurrenten.
Na een ruim uur rijden ben ik het rondjes rijden meer dan zat en stop tien minuten voor een slok, hap en praatje met mijn fans. Hierna gaat het iets beter, de lowracers rijden iets langzamer en af en toe kan ik in hun zog aanpikken. Zelfs bij de ‘meester’ Derk kan ik een ronde meerijden. Op zondag rij ik samen met de onbekende roeifietser Edward uit Barendrecht die ik pas aan het eind van het uur weet in te halen.
Zo ging het bij Cycle Vision bij mij niet om de race, maar wel om de reis. De leuke contacten die je in zo’n weekend opdoet, daar gaat het mij om. Zo kampeerde ik op een prima stek. Naast me rechts Bert op de ligfiets en links Gé en Tekla (vader en dochter) beide op ligfiets. Daarnaast in de camper het aardige Limburgse echtpaar Eric en Agnes. Tegenover stond uit Zeeuws-Vlaanderen Joop met z’n Quest en de Gentenaar Jan met z’n Orca (lees zijn blog ‘met de fiets onderweg’). Hiernaast stonden Marco uit Alphen a.d.Rijn (Quist) en de Zeeuw Job (Condor ligfiets).
Ik noem de mannen even stuk voor stuk op, want samen hebben we een erg plezierige zaterdagavond gehad, gepraat, koffie/thee en bier gedronken. Roeifietser Wim kwam ook even buurten.
Hij en Thomas vonden het blijkbaar zo gezellig, dat ze de lezing van Peter Winnen in het wielercafé voorbij hebben laten gaan. Later spreek ik ook Belle (lees haar uitgebreide verslag op de blog kampeerwijzer) en de organisator Hans (Elan/Raptobike). Hij gaf aan volgend jaar zeker door te gaan en had al ideeën over een afwisselender parcours.
Maandagochtend was het moment om terug te roetsen naar huis, maar het regende pijpenstelen. Toen het even droog werd, uiteindelijk om 1 uur in de middag (de laatste van de camping) vertrokken. Een pittige reis stond te wachten, ik wilde woensdag via de Afsluitdijk terug rijden, zo’n 350 kilometer te gaan. Na plensbuien en wat om-weggetjes (bij Groesbeek/Berg en Dal m’n bergverzet testen), kom ik ’s avonds om 8 uur in Doesburg aan. Bekend terrein, want hier staat de fantastische minicamping ’t Hofke aan de IJssel. Ideaal is de overkapping, met stoelen/leestafel en een gevulde ijskast. Hier smul ik m’n nassi schotel en slurp het biertje naar binnen. Dinsdagochtend is ’t nog mooier: het zonnetje schijnt en op dezelfde plek ontbijt ik met 2 leuke dames uit Amsterdam. Vertrek ’s morgens om 10 uur, terwijl ik nog pittig wat kilometers te gaan ben. Maar wat maakt het uit, het gaat om immers om de reis….
Het is gedaan met het mooie weer en voor de rest van de dag zou het blijven regenen. Ik maak een rit van 130 km., via Deventer, Zwolle (verdwaal in de narigheid van de nieuwbouw). In Hasselt kook ik m’n potje en rij via de Weerribben naar mijn favoriete natuurcamping in Scherpenzeel. Naast een aantal bejaarden in hun sleurhut, ben ik de enige tentkampeerder. Mooi bij een picknick bank en achter de dorpstuin kampeer ik.
Dinsdagochtend weer op ’t dooie akkertje opgeruimd (de zon schijnt) en om half 11 vertrokken. Tot de Afsluitdijk een makkie, maar daarna nog 3 uurtjes bikkelen, want tot aan huis (aankomst half 6) alles tegen wind. Oef, dat was zwaar maar een geweldige reis!
PS: De aanhef van dit bericht ‘Niet de race maar de reis’ is hetzelfde als het boeiende boek van Jolanda Linschooten: aanrader om te lezen! Inmiddels heb ‘m in huis (van Marijke gekregen). Nu nog tijd vinden om ‘m te lezen…..
2 reacties op “Niet de race maar de reis”
Het was inderdaad erg gezellig. Achteraf bleek dat ik goed had gekozen, het Wielercafé was echt geen succes geweest. De ligfietsers zijn voor of tijdens de pauze vertrokken. De presentator hoorde zichzelf iets te graag praten.
Zo’n moment had ik nu tijdens de -op zich best interessante- lezing in Groningen nu ook. Dat het me net even te overweldigend werd al de jaartallen en details tijdens de lezing in de kerk in Groningen.
Terwijl het buiten heerlijk weer was.
Dan moet je even naar buiten durven lopen vind ik (ook al was ik de enige). Als je als agnost iets in een kerkzakje gooit is dat toch wel het ultieme blijk van waardering 😉